Tim's Filmblog

"Not that it matters, but most of it is true."

Waar is het rechtbankdrama gebleven?

Het spel tussen aanklager en getuige, advocaten die proberen alles en iedereen te slim af te zijn, juryleden die met elkaar in de clinch liggen en vooral verbale krachtmetingen om van te smullen. Dat waren de hoofdingrediënten van de grote rechtbankfilms van de vorige eeuw. Maar waar zijn ze gebleven?

Het is moeilijk aan te geven wanneer de laatste echt goede rechtbankfilm in de bioscopen verscheen. Was het Primal Fear (1996) met een weergaloze Edward Norton? Of heeft The Rainmaker van een jaar later de eer om de laatste film te zijn waarin het ‘Objection, your Honor’ overtuigend voor het voetlicht werd gebracht? Of heel misschien Al Pacino die met zijn raspende en allesoverheersende stem, de advocaat Keanu Reeves voor zijn karretje spande in The Devil’s Advocate.

Wanneer de laatste goede rechtbankfilm nu precies werd gemaakt is nauwelijks aan te geven, maar dat ergens eind jaren 90 begin 2000 de rechtbankfilm een serieuze knauw heeft opgelopen moge duidelijk te zijn. Maar waarom? Het is een vraag waarop ik maar slecht een goed antwoord kan vinden. Komt het doordat John Grisham en de verfilmingen van zijn boeken niet meer zo tot de verbeelding spreken, is het omdat de rechtbank van een bijna mythische plek is veranderd in een plek die we te goed kennen van tv?  Iets wat zeker geldt voor Amerika, waar menig zitting tegenwoordig live wordt uitgezonden op tv of op het internet?

Een pasklaar antwoord heb ik niet, enkel de constatering dat het wel weer eens tijd wordt voor een film waarbij rechter, getuige en advocaat weer schitteren. Want zeg nu zelf, wat was er mooier dan die elf juryleden die stuk voor stuk vielen voor Henry Fonda in 12 Angry Men of de manier waarop Judgment at Nuremberg je aan het denken zette over de schuld dan wel onschuld van de gewone Duitser tijdens de Tweede Wereldoorlog. Om nog maar niet te spreken van de weergaloze manier waarop advocaat Atticus Finch (Gregory Peck) opkwam voor de jonge zwarte man in To Kill a Mockingbird.

Veel meer dan een antwoord op de vraag uit de titel mag dit stuk dan ook gezien worden als een ode. Een ode aan mijn favoriete filmgenre en die klassieke rechtbankdrama’s van eind jaren ‘50, begin jaren ‘60 van de vorige eeuw. Die onvergetelijke stukken cinema waarin Henry Fonda, Charles Laughton, Gregory Peck, James Stewart en Spencer Tracy lieten zien hoe ongelofelijk goed zij als acteurs waren. In een genre waarbij de gemiddelde acteur genadeloos overklast werd door zijn betere collega. Hopelijk heb ik het fout en verschijnt er de komende jaren eindelijk weer een rechtbankklassieker. Tot die tijd zal mijn onderstaande top vijf niet veranderen en blijf ik uitkijken naar die nieuwe legendarische krachtmeting tussen advocaat en getuige.

1. Judgment at Nuremberg (1961)

2. To Kill a Mockingbird

3. 12 Angry Men (1957)

4. Anatomy of a Murder (1959)

5. Witness for the Prosecution (1957)

oktober 9, 2012 Posted by | Achtergrond, Persoonlijk | , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie

Het nieuwe uitmelken: 1 boek 2 films

Prequels, sequels, spin-offs en reboots. Het leek erop dat de Amerikaanse filmindustrie inmiddels wel alles verzonnen had om het medium film uit te melken. Think again. De nieuwe trend: een boekverfilming in meerdere delen uitbrengen.

Harry Potter begon er mee. Na zes delen vonden de filmbonzen het nog niet genoeg. Er moest en zou meer geld verdiend worden, maar hoe? J.K. Rowling had maar zeven delen geschreven. Wie uiteindelijk met het lumineuze idee kwam, zullen we wel nooit weten, maar feit is dat destijds uiteindelijk iemand besloot om de verfilming van het zevende boek in tweeën op te delen. Een financiële meesterzet die de filmstudio uiteindelijk meer dan één miljard euro opleverde.

Het mag geen verrassing zijn dat na deze geslaagde truc andere films het voorbeeld van Harry Potter volgden. Vooral de bij de tieners geliefde boekenseries springen massaal in het door Harry Potter gecreëerde gat. De Twilight reeks besloot om het derde en laatste boek  in twee filmdelen uit te brengen en ook The Hunger Games trilogie besloot om kijkers een jaartje langer in spanning te laten zitten door het vier films te maken van drie boeken.

Het is een ontwikkeling in de filmindustrie die ik verre van toejuich,  maar waarmee ik vrede kan hebben. Althans, zo lang het blijft bij de Harry Potters, Twilights en Hunger Games van deze wereld. Helaas, inmiddels is ook een andere boekverfilming voor deze strategie gevallen. The Hobbit: An Unexpected Journey gaat niet in de voorgenomen twee (wat al dubieus was) maar in liefst drie delen in de bioscoop verschijnen. En als dé film van 2012 meegaat in een dergelijke trend, moeten we ons echt grote zorgen gaan maken.

Allereerst grote zorgen omdat het simpelweg veel geld kost. Of erger nog, omdat het stomvervelend is om steeds een jaar op een vervolg te moeten wachten. De belangrijkste reden waarom het uitsmeren van boekverfilmingen echter tegenstaat is omdat het et de mogelijke doodsteek van de epische boekverfilming is.

Nu worden we al niet meer verwend als het gaat om vertellingen zoals -van ver voor mijn tijd- Gone with the Wind of Ben-Hur. Films waarbij je zittend in de bioscoopstoel nog echt de kans kreeg om weg te zinken in een verhaal. The Hobbit had -net als destijds The Lord of the Rings- alles in zich om ook weer één van die bijzondere bioscoopervaringen te worden. Eeuwig zonde, zeker omdat dergelijke films anno 2012 een zeldzaamheid zijn. Let wel, een zeldzaamheid, niet uitgestorven!

Wat ze zijn er nog. Al moet je even zoeken. Maar neem bijvoorbeeld The Green Mile (maar ook The Lord of the Rings trilogie, Australia, The Dark Knight en Dark Knight Rises). Ook zo’n film die mede door de lange speelduur onder je huid kruipt. Die je mee doet leven met de personages zoals een hap-slik-weg-film van 1,5 uur gewoonweg niet kan. De impact zou niet half zo groot zijn als er destijds iemand had bedacht dat het levensverhaal van John Coffey best na anderhalf uur onderbroken kon worden met het oog op een vervolg.

Daar komt nog eens bij dat bioscoop en televisie langzamerhand door elkaar beginnen te lopen. Maar films zijn -in een ideale filmwereld- het creatieve resultaat van een regisseur. Een man of vrouw die films maakt waar hij zichzelf aan verbindt en waar hij maanden zo niet jaren van zijn leven aan wijdt. De tv-serie heeft dat allemaal veel minder en is de meeste gevallen toch vooral formulewerk. Voorlopig blijft de combinatie tussen film en tv nog relatief duidelijk, maar onlangs zagen we al het Zweedse Mannen die Vrouwen Haten. Een mengelmoes tussen bioscoop en televisie die bij vlagen vervreemdend werkte. Of neem Stephen King’s De Donkere Toren. Zijn magnum opus waarvoor verregaande plannen waren om film en serie daadwerkelijk te mixen.

Het zijn ontwikkelingen die met argusogen gevolgd dienen te worden. Omdat het einde van de lange boekverfilming een groot gemis voor de het medium film zou zijn. Toch is het uitsterven van die lange boekverfilming niet zo ver weg als het lijkt. Te beginnen met The Hobbit: An Unexpected Journey. Want één ding is zeker, als The Hobbit weer een daverend kassucces wordt en de filmbonzen meer geld kunnen verdienen met opknippen van films, dan doen ze dat. En voor je het weet wordt dan de epische boekverfilming vervangen door de onnodige.

september 26, 2012 Posted by | Achtergrond, Persoonlijk | , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Trailer: The Hobbit: An Unexpected Journey

De terugkeer naar Middle Earth. Het is een gebeurtenis waar ik al ruim een jaar naar uitkijk, en die nu langzaam dichterbij begint te komen. Want op 13 december is het zover. Dan keren Bilbao, Elrond en natuurlijk Gandalf met The Hobbit: An Unexpected Journey eindelijk terug in de bioscoop. Drie maanden waarin de verwachtingen alsmaar hoger zullen worden, zeker naarmate de trailers weer binnen komen druppelen. Hieronder de woensdag onthulde en (voorlopig) laatste.

september 20, 2012 Posted by | Trailers | , , , | Plaats een reactie

Recensie: Detachment (13 september)

Tony Kaye debuteerde in 1998 met het meesterlijke American History X. Veertien jaar later komt de cineast met zijn tweede speelfilm: Detachment.

American History X. Een film die praktisch iedere twintiger gezien heeft en op velen een onuitwisbare indruk maakte (vaak wel om de verkeerde reden). Een debuut dat wel moest leiden tot een grootse carrière voor regisseur Tony Kaye. Veertien jaar later blijkt er bijzonder weinig terechtgekomen van die verwachte loopbaan. Kaye maakte de afgelopen veertien jaar vooral furore met reclamefilmpjes, maar qua speelfilms bleef het lang oorverdovend stil.

Met Detachment keert Kaye terug als regisseur. En hij kiest met een verhaal over een leraar in een achterstandswijk voor een weinig origineel uitgangspunt. Menig film voor Detachment, toonde al hoe zwaar onderwijzers het hebben tussen de jongeren van de straat en Detachment brengt op dat vlak weinig nieuws. In de basis is Detachment dan ook een film zoals zovele. We volgen Henry Barthes (Adrien Brody), een leraar die kampt met een aantal persoonlijke demonen en daarom geen trek heeft in een vaste aanstelling. De leraar hopt als invaller van school na school, waar hij vervolgens de gebruikelijke discussies en confrontaties heeft met de ongeïnteresseerde en brutale straatjongens.

Tot zover weinig nieuws. En toch zou je Detachment tekortdoen door de film te betitelen als de zoveelste Dangerous Minds. Het begint al met de documentaire elementen die Kaye in zijn film stopt. De terugkerende momenten waarop hoofdrolspeler Adrien Brody zich direct tot de kijker richt -als ware het een documentaire- en zijn visie aan ons overdraagt, zorgt voor een beangstigend gevoel van authenticiteit. Het maakt afstand nemen van de dagelijkse schoolbeslommeringen ineens een stuk moeilijker en confronteert je als kijker met de bittere en sombere werkelijkheid.

Ander belangrijk verschil is de glansrol van Adrien Brody als de afgestompte leraar Henry Barthes. Het is een verademing om zien hoe Brody een leraar neerzet die zonder klagen zijn dagen uitzit, maar totaal niet meer gelooft in het sprookje van onderwijzen. Geen naïeve jongeling die denkt de wereld te veranderen, maar een doorgewinterde veteraan die door schade en schande heeft geleerd dat er voor deze jongens en meisjes geen toekomst is.

Detachment is een overduidelijke en keiharde aanklacht tegen het Amerikaanse onderwijssysteem. Een systeem waarbij leerlingen tegen hun zin in op school zitten, leraren stuk voor stuk op het randje van een burn-out of erger staan en ouders iedere vorm van verantwoordelijkheidsgevoel voor hun kroost missen. Veel hoop is er niet, al krijg je in Detachment toch regelmatig een glimp voorgeschoteld. Dat gebeurt door middel van de vrouwen in Henry Barthes leven. Een jong meisje Meredith (Betty Kaye) dat het op school zwaar heeft, zijn collega-lerares mevrouw Madison (Christina Hendricks) en een jong straathoertje dat hij in huis neemt (een indrukwekkende rol van Sami Gayle).

Het zijn drie vrouwen die zorgen voor kleine barstjes in het pantser van de onderwijzer, maar er toch nooit echt doorheen breken. Het maakt van Detachment geen vrolijke maar wel een rake en rauwe film die een hard maar vermoedelijk ook eerlijk beeld geeft van het dagelijkse schoolleven in de Amerikaanse achterstandswijken. Weliswaar redelijk voorspelbaar en weinig hoopvol –beginnende leraren zijn gewaarschuwd- maar een aanrader voor iedereen die houdt van goed drama en dito acteerwerk.

7.8/10

september 10, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Filmmad’s najaar: De vijf films (+1) die je niet mag missen!

Het einde van de zomer komt langzaam in zicht. Traditioneel een periode dat ook de filmwereld wat gas terugneemt, om vervolgens in de feestmaanden weer groots uit te pakken. Veel kansen dus voor de wat kleinere films de komende twee maanden. Toch is er nog veel gesneuveld, want veelbelovende titels als Shadow Dancer, End of Watch, Barbara en The Angel’s Share hebben de uiteindelijk lijst net niet gehaald. Iets wat ook -tot mijn grote spijt- geldt voor de nieuwe Susanne Bier (maar heb geen vertrouwen in haar romantische komedie met Pierce Brosnan) Den Skaldede Frisør (Love Is All You Need) Hieronder de vijf films -op volgorde van uitkomen- die wel in de lijst van niet te missen films van september en oktober staan.

1. Detachment (13 september)

Veertien jaar na American History X is Tony Kaye dan eindelijk terug. Evenaren zal lastig worden maar als Detachment het niveau van American History X ook maar enigszins benadert, ben ik al dik tevreden. De voortekenen zijn alvast goed. Want de cast met Adrien Brody en Christina Hendricks belooft veel goeds en ook de plot over een leraar die van school naar school trekt klinkt veelbelovend.

2.Savages (27 september)

Oliver Stone die weer terugkeert naar midden jaren negentig? Het zou zomaar kunnen want de trailer van Savages doet op veel vlakken denken aan Natural Born Killers. Al is het maar door de hectische montage, het heftige kleurgebruik en de cast met jonkies Taylor Kitsch, Aaron Johnson en Blake Lively. Savages zal het meer van de vorm dan van de inhoud moeten hebben, maar met Oliver Stone aan het roer hoeft dat bepaald geen probleem te zijn.

3. Beasts of the Southern Wild (18 oktober)

De film waar ik het minst van weet is de film waar ik het meest naar uitkijk. Want eerlijk is eerlijk, ik heb totaal geen idee wat te verwachten van Beasts of the Southern Wild. Waarom dan toch in dit lijstje? Beasts of the Southern Wild won tijdens het Sundance Film Festival 2012 de hoofdprijs. Aangezien ik op dat festival aanwezig was en enorm benieuwd ben naar deze winnaar mag Beasts of the Southern Wild niet ontbreken. En mocht ik al twijfelen dan trekt dat hartverwarmende trailer me wel over de streep.

4. Killing Them Softly (18 oktober)

Een garantie voor goede films bestaat niet. Maar de aanwezigheid van Brad Pitt blijkt sinds een jaar of vijf aardig dicht in de buurt te komen van een garantie. Alleen daarom al staat Killing Them Softly hoog op mijn lijstje van 2012. Als Pitt dan ook nog hulp krijgt van Ray Liotta, James Gandolfini en regisseur Andrew Dominik -van het meesterlijke The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford- kan er maar heel weinig mis gaan.

5. Jagten (25 oktober)

Welke invloed heeft de leugen van een 5-jarig meisje op het dagelijks leven in een klein dorpje? Het is de vraag waarmee Jagten speelt. Het verhaal doet daarnaast enigszins denken aan het eveneens Scandinavische Anklaget. Als dat een voorbode is, ziet het er goed uit voor Jagten. Ook regisseur Thomas Vinterberg en hoofdrolspeler Mads Mikkelen wekken vertrouwen.

6. Skyfall (31 oktober)

De nieuwe James Bond. Je kunt het nauwelijks een tip noemen maar het blijft toch iets om naar uit te kijken. Daniel Craig neemt wederom de rol van Bond… James Bond voor zijn rekening en ook veel andere oudgedienden keren terug. Na Marc Forster -voor het teleurstellende Quantam of Solace- dit keer wederom een arthouse regisseur in de persoon van Sam Mendes. Erg benieuwd hoe dat, dit keer gaat uitwerken. De trailer ziet er alvast steengoed uit.

 

september 5, 2012 Posted by | Filmtip, Persoonlijk | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Recensie: The Newsroom (HBO)

Aanzwellende violen, een dosis moralisme om bang van te worden en een gebrek aan creativiteit bij de makers omdat ze bestaande nieuwsfeiten gebruiken. Kort samengevat was dat de grote kritiek op de nieuwe HBO-serie The Newsroom. Volkomen terechte kritiek al moet er nu het eerste seizoen ten einde is, wel één kanttekening gemaakt worden: het werkt heel behoorlijk!

Subtiel is The Newsroom zeker niet. Maar daar waar menig recensent of kritische kijker sentiment en moralisme per definitie verwerpen, bewijst The Newsroom dat het nog altijd de uitwerking is die telt. En laat de serie nu net op dat laatste vlak prima scoren. Dat begint al met het razend interessante uitgangspunt. Want dat er veel mis is met het gekleurde nieuws in het hedendaagse Amerika moge duidelijk zijn. Praktisch iedere zender heeft zijn politieke voorkeur en laat die ook zeer nadrukkelijk doorklinken in de berichtgeving. Een situatie waar de The Newsroom fel aanstoot aan neemt en duidelijk tegen ageert. Reden voor de hoofdrolspelers in serie: Will McAvoy (Jeff Daniels) en Mackenzie MacHale (Emily Mortimer) om samen met hun nieuwsredactie de zaken helemaal anders aan te pakken. Pure journalistiek die zich strikt aan de feiten houdt.

Een dergelijk uitgangspunt hangt natuurlijk al aan elkaar van moralisme, waardoor The Newsroom verwijten dat het te moraliserend is, toch een beetje aanvoelt als de paus zwart maken omdat hij het rooms-katholieke te pas en te onpas verdedigt. The Newsroom kiest dan ook bewust voor de sentimentelere aanpak en slaagt daar in wonderwel. Toegegeven, het eerste seizoen van de serie balanceert regelmatig op het randje en valt er ook een aantal keren keihard overheen. Maar dat wordt goedgemaakt door een aantal memorabele scènes die de aanpak oplevert. Vooral de scene waarin de redactie onder begeleiding van Coldplays – Fix You onderlinge irritaties opzij zet vanwege groot nieuws, is een perfect voorbeeld van hoe kitsch, kunst kan worden.

Dat The Newsroom uiteindelijk toch overeind blijft, komt ook zeker door de uitstekende hoofdrolspelers. Jeff Daniels weet zich moeiteloos de rol van journalistiek zwaargewicht Will McAvoy eigen te maken en is als nieuwslezer een prima uithangbord van het tv-programma News Night. Ook de rol van zijn voormalige geliefde en News Night producer Mackenzie MacHale is –vooral in het begin van het seizoen- in goede handen. Emily Mortimer is overtuigend als de uitvoerend producent, die als enige McAvoy weet te beteugelen en de verbale confrontaties tussen de twee hoofdrolspelers laten duidelijk zien dat schrijver Aaron Sorkin (Oscarwinnaar voor The Social Network) nog steeds een uitstekende dialoogschrijver is. De venijnige steken onder water en de bijna altijd op de loer liggende humor, zorgen er mede voor dat The Newsroom ook nog eens ontzettend makkelijk wegkijkt.

Daarnaast doet Aaron Sorkin nog iets slims. Hij kiest om de serie te beginnen in 2010. Gevolg is dat bijna iedere uitzending zich richt op een groot nieuwsfeit uit de laatste twee jaar. Het olielek bij BP, de aanslag op congreslid Gabrielle Giffords of de dood van Osama Bin Laden, stuk voor stuk nieuwsfeiten die eenmalig dienen als rode draad. Het geeft The Newsroom urgentie en authenticiteit mee en creëert het gevoel dat de serie daadwerkelijk ergens over gaat. Bovendien legt het een stevige basis voor de nabije toekomst wanneer The Newsroom vermoedelijk overstapt naar verzonnen verhaallijnen.

Heel veel lof en hosanna voor The Newsroom dus, al heeft ook de serie ook echt wel zijn mindere passages. Dat zijn vooral de momenten aan het einde van het seizoen (de laatste vier afleveringen begaat de serie een aantal flinke missers) waarop er om onbegrijpelijke redenen voor gekozen wordt om door middel van te ver doorgevoerde uitbarstingen (vooral Mackenzie MacHale maakt zich hier schuldig aan) en slapstick, op geforceerde wijze humor en een enkele keer zelfs meligheid aan The Newsroom toe te voegen. De afleveringen waarin Will McAvoy onder invloed van drugs het nieuws leest en de ontwikkelingen rondom de stroomuitval in de opnamestudio, zijn daarvan de meest pijnlijke voorbeelden. Daarnaast mag ook niet onvermeld blijven dat niet alle acteurs het niveau van Jeff Daniels benaderen. Met name de momenten waarop Alison Pill aan het overacten slaat, zijn ronduit pijnlijk om te zien.

Het zijn deze punten van kritiek die The Newsroom ook van een echte topscore afhouden. Dat neemt niet weg dat HBO en Aaron Sorkin vooral veel complimenten verdienen in plaats van de bakken vol kritiek die recensenten over allebei uitstorten. Complimenten voor het lef om af te wijken van de gebaande HBO-paden en te kiezen voor aanzwellende violen. Zeker omdat The Newsroom de woorden sentimenteel en moraliserend bij vlagen zelfs een goede naam weet te bezorgen. Voorwaar geen kleine prestatie.

7.4/10

augustus 27, 2012 Posted by | recensie, Series | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Recensie: The Expendables 2 (16 augustus)

Voor de tweede keer komen de actiehelden van weleer bij elkaar om aan de zijde van leider Sylvester Stallone de strijd aan te gaan met het gespuis van deze wereld. En dat zullen de tegenstanders weten ook. The Expendables 2 is bruter, leuker en vooral beter dan zijn voorganger.

Knokken kan Sylvester Stallone als de beste, regisseren gaat hem minder goed af. Gelukkig heeft Stallone dat inmiddels zelf ook door en concentreerde hij zich voor The Expendables 2 vooral op het afvuren van rake schoten en keiharde klappen. Een prima besluit, zeker omdat het rijtje eenmanslegers alleen maar groter is geworden sinds de eerste Expendables film. Zo zijn er grotere rollen voor Bruce Willis en Arnold Schwarzenegger en ook Jean-Claude van Damme sluit zich eindelijk aan bij het legertje oude actiehelden. Als bad guy -met de originele naam Vilain- is de ‘Muscles from Brussels’ volledig op zijn plaats in The Expendables 2. Met de altijd aanwezige zonnebril, zijn steenkolenengels en de voor Van Damme kenmerkende achterwaartse trap lijkt hij zelfs nooit weggeweest.

Toch is Van Damme niet de leukste aanwinst. Die eer is zonder twijfel weggelegd voor cultheld Chuck Norris. Het begint al met die geweldige introductie, waarbij Norris in zijn eentje een compleet leger wegvaagt. Het een-tweetje daarna tussen Stallone (Ik hoorde dat je bent gebeten door een cobra) en Norris (Klopt, na vijf dagen van ondraaglijke pijn stierf de cobra) geeft meteen weer dat deze actiehelden zichzelf bepaald niet te serieus nemen.

Dat blijft ook de grootste charme van het hele Expendables project. Sylvester Stallone, Arnold Schwarzenegger, Bruce Willis, Jason Statham, Dolph Lundgrun, Chuck Norris en de andere teamleden hebben overduidelijk plezier in hun werk en maken zichzelf en elkaar voortdurend belachelijk. Het levert de ene leuke oneliner na de andere op, waarbij er zelfs niet geschroomd wordt om uit elkaars werk te citeren.

Toch is het ondanks alle leuke intermezzo’s vooral die actie die bijblijft. Al bij de bijna twintig minuten durende openingsscene maken Stallone en consorten de verwachtingen waar. De kogels en onploffingen vliegen je om de oren en het aantal doden is na een klein kwartiertje al niet meer te tellen. Dat de film in het vervolg enigszins gas terugneemt is geen ramp. Wel is het jammer dat de film deze rustpauze gebruikt om geforceerd op zoek te gaan naar de emotie en plot. Twee zaken die The Expendables 2 kan missen als kiespijn.

Een klein puntje van kritiek dat echter ruimschoots wordt goedgemaakt door de laatste drie kwartier van de film. De langgerekte confrontatie tussen de twee legertjes, is actie zoals actie hoort te zijn. De testosteron actiefilm is terug van weg geweest en dat blijkt bepaald geen straf. Dat de aaneenschakeling van explosies en doden ook nog eindigt met een uitstekend man tegen man gevecht tussen leider Sylvester Stallone en ‘Vilain’ Jean-Claude van Damme, maakt de film helemaal af en doet je nu al uitkijken na het derde film waarin deze legendarische cast weer samenkomt.

7.9/10

augustus 16, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 2 reacties

The best of Arnold Schwarzenegger, Sylvester Stallone, Bruce Willis, Jean-Claude van Damme, Chuck Norris, Dolph Lundgren en Jason Statham

Arnold Schwarzenegger, Sylvester Stallone, Bruce Willis, Jean-Claude van Damme, Chuck Norris, Dolph Lundgren en Jason Statham maken donderdag 16 augustus voor de tweede keer een comeback als The Expendables. Een ode aan de actiefilm- en helden van weleer. Bovenstaand zevental vergaarde wereldwijd roem als eenmanslegertjes in de bloeiperiode van de pure actiefilm eind jaren tachtig en begin jaren negentig (Jason Statham enkele jaren later). Het leverde meer slechte dan goede films af, maar welke vijf films uit de jaren tachtig en begin jaren negentig van deze eens zo geliefde actiehelden (maximaal 1 per actieheld) blijken ook vandaag de dag nog meer dan de moeite waard of sterker nog, heuse toppers.

1: Terminator 2: Judgment Day

Film uit 1991 die qua special effects en actie nog steeds fier overeind staat. Schwarzenegger is op dreef als de weinig spraakzame Terminator en Robert Patrick als T-1000 is bovendien een van de beste bad guys (of bad robot in dit geval) aller tijden. De manier waarop de vloeibare man steevast weer tot leven komt en de spectaculaire actiescènes, zijn ook anno 2012 nog indrukwekkend.

2. Die Hard: With a Vengeance

Enige actieheld uit dit rijtje die ook liet zien zwaardere rollen aan te kunnen. Voor deze lijst natuurlijk toch gekozen voor zijn beste actiefilm: Die Hard: With a Vengeance. De derde keer dat Willis in de huid kroop van John McClane en waarbij de hulp van Samuel L. Jackson en de tegenstand van Jeremy Irons er voor zorgden dat deze derde Die Hard film nog net wat beter was dan het eerste deel.

3. Hard Target

Jean-Claude van Damme maakte eigenlijk maar één echt goede actiefilm en dat is zonder twijfel de meest ondergewaardeerde uit dit rijtje. Hard Target is namelijk een film die eigenlijk op alle vlakken meer dan goed is. De actie is geslaagd, Van Damme is op dreef en vooral  de manier waarop John Woo dit alles en vooral de actie in beeld brengt is werkelijk prachtig.

4. First Blood

Met afstand de moeilijkste keuze, want Sylvester Stallone blijkt zowaar een hele reeks prima films gemaakt te hebben. Toch valt de keuze uiteindelijk op First Blood. Een pure actiefilm die verrassend genoeg ook qua verhaal en acteerwerk indruk maakt. Toch zijn het vooral de indrukwekkende actiescènes, het heerlijke guerrillawerk in de bossen en de spectaculaire ontploffingen die deze eerste John Rambo film zijn klassiekerstatus geven.

5. Lock Stock and Two Smoking Barrels

Als actieheld ben ik bepaald niet kapot van Jason Statham maar zijn eerste acteerklussen die balanceren op de rand van actie, drama en misdaad mogen er wel zijn. Daarom toch maar voor het heerlijke Lock Stock en Two Smoking Barrels gekozen. Een film die echter vooral bijblijft door de humor en bizarre situaties en daarom slechts op plek 5 staat.

augustus 11, 2012 Posted by | Top 10 | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Stanley Kubrick: The Exhibition: Fascinerd lesje Kubrick

Stanley Kubrick is zonder twijfel één van de meest invloedrijke filmmakers aller tijden. Filmmuseum Eye benadrukt dat met een tentoonstelling die volledig gewijd is aan de oude en inmiddels overleden meester. Voor iedere filmliefhebber een absolute must.

Dertien films maakte Stanley Kubrick in zijn leven. Stuk voor stuk klassiekers en dat kan geen andere regisseur hem navertellen. Het maakt de indeling van de Stanley Kubrick tentoonstelling ook wel zo overzichtelijk. Je begint de reis bij Kubricks officieuze debuut Killer’s Kiss om elf films later met Kubricks laatste (Eyes Wide Shut) af te sluiten.

In de tussentijd wordt je op het grote scherm betoverd door de mooiste scènes uit al die meesterwerken, waarbij opvalt dat werkelijk iedere Kubrick film wel één of meerdere van die iconische scènes bevat. Alleen al genieten van al die prachtige beelden is de moeite waard, maar daarmee zou je de tentoonstelling te kort doen. Want wat te denken van al die legendarische attributen die de Kubrick tentoonstelling herbergt. Het hart van welke filmliefhebber gaat nu niet sneller kloppen als hij oog in oog staat met een heuse Oscar, de Born to Kill helm uit Full Metal Jacket of mooier nog de bijl van Jack Torrence uit The Shining? Het zijn momentjes die bij de ware liefhebber een grote glimlach op het gezicht toveren.

Ook de bakken vol achtergrondinformatie geven de Kubrick tentoonstelling bestaansrecht. Wat bijvoorbeeld te denken van de prachtige fotoserie van een taartgevecht uit de Dr. Strangelove film. Gepland als ontknoping, uiteindelijk gesneuveld maar het gevecht met ruim 3000 taarten levert geweldige foto’s op. Of de nooit gemaakte Kubrick films. Een film over de Jodenvervolging die niet doorging omdat Steven Spielberg net er voor met Schindler’s List uitkwam en natuurlijk de ultieme Napoleon verfilming die werd geschrapt omdat Kubrick nog niet de technische mogelijkheden had om in het donker met kaarslicht te filmen. Het zijn zomaar wat verhalen die menig bezoeker nog niet zal kennen.

Beetje bij beetje leer je Stanley Kubrick en zijn films onderweg beter door kennen en ga je de cineast zelfs nog meer waarderen. Één ding wordt tijdens de Kubrick tentoonstelling overduidelijk, Stanley Kubrick heeft de filmwereld definitief veranderd met zijn altijd controversiële films. Want of het nu ging om de antioorlogsfilm Paths of Glory, Lolita over een verboden liefde of het gewelddadige A Clockwork Orange, Kubricks nieuwe film was altijd veelbesproken. Die altijd aanwezige controverse wordt nadrukkelijk benadrukt in de tentoonstelling. Al is het maar door de persoonlijke brieven die Kubrick kreeg toegestuurd van verontruste organisaties en filmmaatschappijen.

Al met al is de Kubrick expo een belevenis voor iedere filmliefhebber. De herinneringen aan klassieke meesterwerken komen constant naar boven en eigenlijk wil je na afloop maar één ding. Killer’s Kiss, The Killing, Paths of Glory, Spartacus, Lolita, Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb,  2001: A Space Odyssey, A Clockwork Orange, Barry Lyndon, The Shining, Full Metal Jacket en Eyes Wide Shut nog een keer zien.

juli 28, 2012 Posted by | Persoonlijk, recensie | , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Top 10 documentaires

Aanstaande donderdag verschijnt er eindelijk weer eens een keer een documentaire in de bioscopen. Die eer is weggelegd voor Woody Allen: A Documentary (zie ook mini-recensie rechts van 2 juli). Een fascinerend inkijkje in het leven van de filmmaker Woody Allen, maar zeker geen perfecte documentaire. Hieronder de tien documentaires die de perfectie wel benaderen.

1. The Two Escobars

Rillingen over mijn lijf na het zien van The Two Escobars. De wereldberoemde drugsbaron Pablo Escobar en Andrés Escobar (geen familie), de Colombiaanse voetballer die vanwege een eigen goal op het WK van 1994 werd vermoord, schetsen samen een beeld van het Columbia vanaf de jaren zeventig dat ontroert en verbijstert. Op grootse wijze laten de regisseurs Jeff Zimbalist en Michael Zimbalist zien hoe de twee Escobars elkaar (in)direct raken en beïnvloeden en welke enorme impact zij, ieder op een verschillende wijze, op het land Colombia hebben gehad.

2. Young @ Heart

Soms schieten superlatieven tekort en bij Young @ Heart is dat duidelijk het geval. Een koor met een gemiddelde leeftijd van 81 dat nummers van Coldplay, Nirvana en Sonic Youth speelt. Het levert ontroerende en hilarische taferelen op en is bovendien een ode aan al die afgeschreven oudjes in de wereld. Ik zal Fred, Joe, Bob en Lenny in ieder geval nooit meer vergeten.

3. Muhammad Ali: Through the Eyes of the World

Het leven van Ali verteld aan de hand van mensen die het meegemaakt hebben of die enorme waardering voor hem hebben. Daarbovenop nog de historische wedstrijdbeelden en interviews met de grote persoonlijkheid Ali zelf en je hebt een pure sportdocumentaire te pakken die nooit meer overtroffen is.

4. Hoop Dreams

Twee jonge basketbaltalenten die vijf jaar lang worden gevolgd. Vanaf het moment dat ze indruk maken op de pleintjes tot aan het moment dat universiteiten hen op het spoor komen. Hoop Dreams laat feilloos zien hoe basketbal een manier van leven is voor veel donkere Amerikanen en hoe het de talenten een uitweg biedt uit een wereld vol drugs, armoede en geweld. Een hoopvolle toekomst die echter door een enkele blessure of een verval in oude gewoontes plotsklaps weer weg is. Het maakt grote indruk. Zozeer zelfs dat je na bijna drie uur eigenlijk alleen maar meer wilt.

5. Queen: Days of Our Lives

Ik ben niet opgegroeid met Queen. Ik ken de nummers wel, maar de band en ook frontman Freddie Mercury hebben nooit een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Voor mij was de documentaire Queen: Days of Our Lives daardoor een heuse eye opener. De ups en downs van de band en Freddie Mercury, het commentaar van Brian May en Roger Taylor, de waanzinnige concertbeelden en de indrukwekkend momenten rondom het overlijden van Mercury, maken van deze docu een fascinerend inkijkje in veertig jaar Queen.

6. The Last Lions

Documentaire of film? The Last Lions bevindt zich in een schemergebied. Want hoewel er niets in scene is gezet, zorgen de geweldige voice-over van Jeremy Irons (Scar himself) en de manier van monteren voor een razend spannend verhaal dat wegkijkt als een heuse speelfilm. De belevenissen van de eenzame leeuwin Ma Ti Dau en haar drie welpen laten zien hoe de natuur meedogenloos zijn gang gaat. Het levert een documentaire op die de prachtige, ontroerende, spannende en hartverscheurende momenten met elkaar afwisselt.

7. The King of Kong

Een documentaire over het wereldrecord Donkey Kong. Het klinkt te leuk om waar te zijn en het is zelfs nog leuker. Het extreme fanatisme waarmee hoofdrolspeler Steve Wiebe zich stort op het breken van het bestaande wereldrecord, van game god Billy Michell, is hilarisch, meelijwekkend en ontroerend tegelijk. Dat wereldrecordhouder Billy Mitchell bovendien een bijzonder onsympathieke man is en je daardoor nog fanatieker meeleeft met uitdager Wiebe maakt de documentaire alleen maar beter.

8. Anvil! The Story of Anvil

Anvil! The Story of Anvil laat op meesterlijke wijze het gevecht van het ooit veelbelovende maar nu in kleine zaaltjes spelende Anvil laat zien. Met plaatsvervangende schaamte maar diepe bewondering reis je mee met Anvil op hun treurige tour door Europa. Gelukkig eindigt de documentaire  nog enigszins hoopvol wat een dramatisch einde verdient deze band niet.

9. The Cove

De winnaar van de Oscar voor de beste documentaire van 2010. Na het zien van deze dolfijnendocu kan ik het hier alleen maar mee eens zijn. Vooral de opbouw is ijzersterk. De afwisseling tussen de voorbereiding op de geheime operatie in combinatie met de Japanners die alles in het werk stellen om de haaienmoord buiten beeld te houden werkt uitstekend. Het contrast tussen de zorgeloze dolfijnenbeelden van het begin en de momenten aan het eind waarop honderden dolfijnen tegelijkertijd worden afgeslacht doen de rest en komen als een mokerslag aan.

10. Hearts of Darkness: A Filmmakers’s Apocalypse

Apocalypse Now is een meesterwerk maar deze documentaire over de film is misschien nog wel beter. De film laat op grootse wijze zien hoe Francis Ford Coppola gillend gek werd van een te dikke Marlon Brando, aan drugs verslaafde acteurs, noodweer en gevechten tussen het leger en rebellen op enkele honderden meters van de filmset. Vooral een docu voor de liefhebbers maar ook voor niet Apocalypse Now liefhebbers de moeite waard.

Eervolle vermeldingen

Exit through the Gift Shop

Docu over een onderwerp dat me vooraf totaal niet aansprak. Mijn interesse werd enkel gewekt door het achterliggende verhaal. Een man die een docu wil maken over de grootste straatkunstenaar van deze tijd (Banksy) en vervolgens door zijn onderwerp zelf tot hoofdrolspeler wordt gepromoveerd. Toch is de inbreng van regisseur Banksy, hoe interessant ook, niet de reden dat Exit through the Gift Shop zo’n goede docu is geworden. Dat ligt maar aan één man: Thierry Guetta! Wat heb ik ongelooflijk veel plezier om deze man gehad. Volkomen talentloos, maar dankzij een steeds verder uit de hand lopend misverstand, zijn hieruit voortkomende goede contacten en een hele flinke dosis geluk uiteindelijk een street art artiest van naam en faam. Het maakt van Exit through The Gift Shop een bij vlagen hilarische documentaire, of beter gezegd een mockumentary (daarom niet in de top 10), zoals je ze maar zelden ziet.

Foute Vrienden (2010)

Beste Nederlandse documentaire die ik ooit zag en misschien wel een docu die eigenlijk gewoon in bovenstaande top 10 thuishoort. Heb namelijk regelmatig met open mond naar Foute Vrienden zitten kijken. Dat dergelijke mensen echt bestaan was me tot voor deze documentaire niet bekend. Vooral de Amsterdamse branie, levenslust en schijt aan alles mentaliteit was voor mij totaal nieuw. Dat Foute Vrienden toch meer is geworden dan een aantal hilarische scenes van een vriendengroep die zich onder meer open en bloot bezig houden met zaken die het daglicht niet kunnen verdragen, komt omdat regisseur Roy Dames de mannen liefst vijftien jaar lang heeft gevolgd. Het contrast dat hierdoor ontstaat tussen de jonge honden van weleer en de pijnlijke realiteit vijftien jaar later maakt van de film een intiem portret dat veel meer is dan Jiskefet in het echt. Mij zullen Dikke Bobbie, Verbrande Herman en vooral Rooie Jos en Jantje van Amsterdam nog lang bijblijven.

juli 24, 2012 Posted by | Top 10 | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 2 reacties