Tim's Filmblog

"Not that it matters, but most of it is true."

Recensie: Argo (8 november)

Ben Affleck was als acteur bepaald geen hoogvlieger. Als regisseur heeft Affleck wel een smetteloos blazoen. Met Argo vestigt hij zijn status van topregisseur nog maar eens.

De realiteit blijkt vaak opmerkelijker en ongeloofwaardiger dan de werkelijkheid. Want zeg nou zelf, zes ten dode opgeschreven Amerikanen die uit een brandend Iran worden gered door het maken van een nep sciencefiction film, dat klinkt bepaald niet geloofwaardig. Mocht Bill Clinton in 1997 niet hoogstpersoonlijk de details van operatie Argo onthuld hebben, dan had vermoedelijk geen mens de gelijknamige film serieus genomen.

Het geeft meteen een probleem van Argo weer. Het verhaal en ook de afloop zijn al bekend. Dat de film er desondanks in slaagt om de spanning tot een zinderend hoogtepunt te laten oplopen, maakt de prestatie van regisseur en hoofdrolspeler Ben Affleck alleen maar knapper. Dat het Argo lukt om gedurende twee uur te boeien, komt in de eerste plaats door de authentieke sfeersetting.

Affleck keert met Argo namelijk op indrukwekkende wijze dertig jaar teug in de tijd. Straten ogen oud en de jaren tachtig kleding met bijbehorende kapsels en snorren zorgen er voor dat de personages linea recta uit diezelfde jaren tachtig lijken te komen. Daarnaast heeft Affleck zijn basismateriaal goed bestudeerd. Iets wat pas echt opvalt als na afloop van de film de gelijkenis tussen de originele foto’s en de filmbeelden wel erg groot blijken. Als dan ook Jimmy Carter (Amerikaanse president ten tijde van de missie) in de epiloog nog een bijdrage aan de film levert, zit het qua realisme helemaal goed.

Toch is het sterkste punt van Argo zonder twijfel de cast. Die over de gehele lijn meer dan degelijk is en in John Goodman en Alan Arkin zijn uitblinkers kent. Het olijke duo geeft Argo net dat beetje lucht en humor dat het bloedserieuze verhaal nodig heeft. De manier waarop de twee plannen maken voor hun nepfilm zorgt voor een constante glimlach, maar neemt nooit de ernst van de situatie weg. Die ernst komt vooral terug in het tweede deel. Als Argo een paar tandjes bijzet en toewerkt na een zinderende climax. Dat de film daarbij af en toe een loopje neemt met de werkelijkheid, is de film vergeven.

Of Argo uiteindelijk de Oscarfavoriet is die de Amerikaanse recensenten er van maken, is voor ons Nederlanders nog moeilijk te beoordelen. Wel duidelijk is dat Ben Affleck na Gone Baby Gone en The Town met Argo wederom imponeert als regisseur. Het moet dan ook wel heel gek lopen wil Affleck in januari niet op zijn minst een Oscarnominatie voor beste regisseur krijgen.

8.3/10

november 9, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Ralph McQuarrie (82) en Robert B. Sherman (86) overleden

Wie zijn er overleden? Dat was ook het eerste wat ik dacht. Maar wie wat verder kijkt ziet dat er de afgelopen week twee filmgrootheden zijn overleden. Bij het grote publiek onbekende mannen die echter een significante bijdrage aan de film hebben geleverd, die ongetwijfeld over vijftig jaar nog steeds op waarde wordt geschat.

Ontwerper Ralph McQuarrie die deze week op 82-jarige leeftijd overleed is namelijk niemand minder dan de bedenker van Darth Vader, R2-D2, C-3PO en Chewbacca. Iconische filmpersonage uit de Star Wars serie die nog menig generatie zullen overleven. Componist Robert B. Sherman laat met zijn grote verzameling Disney liedjes een nog groter nalatenschap achter. De maandag op 86-jarige leeftijd overleden componist was onder meer het brein achter het nummer It’s a small world (after all). Maar echt bekend is hij wereldwijd natuurlijk door het wereldberoemde lied Supercalifragilisticexpialidocious dat hij schreef en dat uitgroeide tot een klassieker dankzij de film en musical Mary Poppins. Voor die laatste film kreeg Sherman ook twee Oscar één voor de hele soundtrack de andere voor het liedje Chim Chim Cher-ee.

maart 6, 2012 Posted by | Achtergrond, Nieuws | , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie

Oscartime!

Wie er zondagavond als de grote winnaar van het podium stapt, lijkt nauwelijks meer de vraag. The Artist gaat de Oscaruitreiking met de winst van een stuk of vijf van de gouden beeldjes domineren en de rest moet het doen met de kruimels en kruimeltjes. Toch belooft de Oscaruitreiking een spannende avond te worden. Want wie wordt de beste acteur? Of nog moeilijker te voorspellen, wie gaat er na vanavond voor een jaar door het leven als beste actrice. Daarom toch een voorbeschouwing aan de hand van de tien meest tot de verbeelding sprekende categorieën.

Beste Film:

Zoals gezegd The Artist gaat met deze prijs aan de haal. Volkomen terecht overigens. Een ode aan de stomme film die ontzettend leuke momenten afwisselt met ontroerende scenes die nog lang bijblijven. Een meesterwerkje en een speciale vermelding voor de leukste Jack Russel ter wereld Uggie. Daar kunnen de twee enige overgebleven (verre) outsiders The Descendants en The Help echt niet tegenop.

Verwachte winnaar: The Artist

Gehoopte winnaar: The Artist

Beste Regisseur:

Een ijzersterk bezette categorie waarin het echter gek moet lopen wil de minst bekende naam uit het rijtje, Michel Hazanavicius voor The Artist, er niet met de Oscar vandoor gaan. En daarmee laat hij toch echt (op volgorde van de grootste kans) Woody Allen. Martin Scorsese, Alexander Payne en Terrence Malick achter zich. Wie had dat een jaar geleden durven te voorspellen.

Verwachte winnaar: Michel Hazanavicius

Gehoopte winnaar: Michel Hazanavicius

Beste Mannelijke Hoofdrol:

Niet alle categorieën zijn even voorspelbaar. Bij de beste mannelijke hoofdrol ontbreekt Michael Fassbender en zijn er slechts twee kandidaten voor winst. Maar valt de keuze uiteindelijk op de sympathieke nieuwkomer (Jean Dujardin uit The Artist) of gunnen de leden van de Academy George Clooney eindelijk zijn eerste Oscar. Dat is de grote vraag. Dujardin is licht favoriet maar ik sluit niet uit dat men tegen de peilingen in voor de oudgediende gaat.

Verwachte winnaar: Jean Dujardin

Gehoopte winnaar: Jean Dujardin of Gary Oldman

Beste Vrouwelijke Hoofdrol:

Ook weer zo’n spannende categorie. Dat Meryl Streep deze prijs ging winnen stond volgens menigeen al maanden vast, maar ineens was daar Viola Davis als de belangrijkste uitdaagster. Bij de gokkantoren is de The Help actrice inmiddels zelfs licht favoriet. Ik reken er echter toch op dat de stemmers het na dertig jaar wel weer eens tijd vinden voor La Streep. Mijn persoonlijke favoriet Rooney Mara is helaas kansloos voor de titel van beste actrice.

Verwachte winnaar: Meryl Streep

Gedroomde winnaar: Rooney Mara

Beste Mannelijke Bijrol:

Albert Brooks leek lange tijd de enige uitdager van Christian Plummer te worden. De schok was dan ook groot toen hij bij de nominaties compleet genegeerd werd. Een schande, maar goed nieuws voor Plummer, want de keus wordt zo wel heel erg makkelijk. Christian Plummer gaat op zijn oude dag zowaar een Oscar winnen en het is hem gegund. Al had Nick Nolte hem ook absoluut verdiend.

Verwachte winnaar: Christian Plummer

Gehoopte winnaar: Nick Nolte

Beste Vrouwelijke Bijrol:

Ook hier hoeft niet gewacht te worden tot het bekende ‘and the winner is’ of het soortgelijke ‘and the Oscar goed to’ klinkt. Daaropvolgend zal namelijk zonder twijfel de naam van Octavia Spencer klinken. Een prima winnaar wat mij betreft, al had Jessica Chastain als de nieuwe ster aan het firmament de Oscar op basis van het hele jaar nog ietsjes meer verdiend. Mijn favoriet is ook in deze categorie weer kansloos.

Verwachte winnaar: Octavia Spencer

Gehoopte winnaar: Bérénice Bejo

Best Bewerkte Script:

Wederom een sterk bezette categorie waar de twee minste uitdagers om onbegrijpelijke redenen gaan strijden om de winst. Vermoedelijk zal The Descendants die strijd winnen van het eveneens wat overgewaardeerde Moneyball-script, maar wat mij betreft mogen allebei de scripts nog niet in de schaduw staan van Hugo en Tinker Tailor Soldier Spy.

Verwachte winnaar: The Descendants

Gehoopte winnaar: Tinker Tailor Soldier Spy

Beste Originele Script:

Vermoedelijk het beste script in deze lijst is dat van A Separation. Maar een nominatie is voor het script van een niet Engelstalige film al winst op zich. Daarom zal het hier gaan tussen The Artist en Woody Allens Midnight in Paris. En hoewel The Artist de grote winnaar gaat zijn aan het einde van de avond kon hij het in deze categorie wel eens gaan afleggen tegen de stomme zwart-wit film.

Verwachte winnaar: Midnight in Paris

Gehoopte winnaar: A Separation

Beste Niet Engelstalig Film:

Een volkomen terechte Belgische nominatie in deze categorie voor Rundskop. Toch zal Rundskop kanonnenvoer blijken voor het prachtige A Separation. Die film was al maanden favoriet en dankzij de nominatie voor beste script, kan het niet anders of A Separation wint de Oscar voor beste niet Engelstalige film. En terecht!

Verwachte winnaar: A Separation

Gehoopte winnaar: A Separation

Beste Animatie Film:

Voor het eerst sinds heel lang dat geen enkele Pixar genomineerd is in deze categorie. Heb sowieso slechts één film uit deze categorie gezien. Inhoudelijk kan ik er dus geen zinnig woord over zeggen. Wel is het duidelijk dat Rango deze Oscar gaat ophalen.

Verwachte winnaar: Rango

Gehoopte winnaar: –

februari 21, 2012 Posted by | Oscars | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 4 reacties

Recensie: Extremely Loud & Incredibly Close (8 maart)

De verwachtingen werden de laatste maanden alsmaar verder naar beneden bijgesteld. De trailer beloofde een sentimentele draak en Extremely Loud & Incredibly Close werd vernietigend ontvangen in Amerika. De angst bleek onnodig, de verfilming van het boek van Jonathan Safran Foer blijkt een meer dan behoorlijke film.

Films en boeken met elkaar vergelijken, ik hou er niet van. Maar als een van je favoriete boeken aller tijden wordt verfilmd ontkom je er niet aan. Met Extremely Loud & Incredibly Close is dat het geval. Het boek van Jonathan Safran Foer over de elfjarige Oskar (Thomas Horn) die probeert de dood van zijn, bij de aanslagen op World Trade Center omgekomen, vader (Tom Hanks) te herdenken, overdonderde me destijds door de verrassende stilistische vondsten, het aangrijpende verhaal en de hilarische gedachtekronkels van hoofdpersoon Oskar Schell. Op geen van die vlakken weet de film het boek te evenaren en toch is Extremely Loud & Incredibly Close zeker geen slechte film geworden.

Om toch maar met het grootste verschil te beginnen, Oskar Schell. De elfjarige jongen waar het in Extremely Loud & Incredibly Close allemaal om draait. In de boeken een personage om van te houden. Zijn kinderlijke maar extreem intelligente visie op het leven zorgde voor één van de weinige boeken waarbij ik hardop heb gelachen. In de film heeft Oskar die uitwerking veel minder. Bij vlagen wekt het irritante en betweterige ventje (er wordt niet voor niets gehint op syndroom van Asperger) zelfs irritatie op. Zijn komische gedachtes worden door middel van een voice-over wel overgebracht, maar missen hun uitwerking toch enigszins.

Maar genoeg over de vergelijking met het boek. Want er valt meer dan genoeg positiefs over Extremely Loud & Incredibly Close te vertellen. Allereerst is er het herkenbare verhaal van Oskar. Een avontuurlijke elfjarige jongen die enige tijd na het overlijden van zijn vader in een vaas een mysterieuze sleutel vindt. De enige aanwijzing die hij heeft is een papiertje waarop de naam Black staat. Reden genoeg voor Oskar om de wijde wereld in te trekken en iedere Black in de directe omgeving te bezoeken op zoek naar zijn schat. Een zoektocht die volgens Oskar moet leiden naar een laatste boodschap van zijn vader, maar in de praktijk vooral een manier blijkt om de dood van zijn vader te verwerken.

En hoewel Thomas Horn die rol prima op zich neemt is het toch iemand anders die de show steelt in Extremely Loud & Incredibly Close. Good old Max von Sydow spat in werkelijk iedere scene van het scherm en het middenstuk waarin hij lange tijd samen met Oskar optrekt, is met afstand het beste stuk van de film.

Blijft nog over 9/11. Het grootste punt van kritiek in Amerika. Een gebeurtenis die volgens de Amerikaanse media uitgemolken wordt in Extremely Loud & Incredibly Close. Vreemde kritiek aangezien Hollywood zo ongeveer de bakermat is van het opgeklopte sentiment. Subtiel is Extremely Loud & Incredibly Close dan ook inderdaad niet. Maar erger of anders dan in andere geliefde Amerikaanse films? Nee. Waarschijnlijk was Amerika achteraf nog gewoon niet klaar voor een film waarin 9/11 een nadrukkelijke rol speelt. En dat is jammer, want Extremely Loud & Incredibly Close is zeker niet de beste film van 2012, maar de vernietigende recensies in Amerika verdient de film zeker niet.

7.2/10

februari 15, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie

Recensie: Shame (9 februari)

Nicolas Cage gaf met zijn rol in Leaving Las Vegas alcoholverslaving een gezicht, talloze andere acteurs lieten zien wat drugs met een mens doet en nu laat Michael Fassbender in Shame zien hoe een seksverslaving je leven kan vernietigen. Een meesterwerk!

Regisseur Steve McQueen en acteur Michael Fassbender. Het is een duo dat in Hunger al liet zien waartoe het in staat is. Met Shame doet het tweetal dit nog eens dunnetjes over met dien verstande dat Shame zelfs nog beter is. Want wat schieten superlatieven tekort voor deze film. Zelden werd een verslaving zo pijnlijk getroffen als in Shame.

Het begint al met die weergaloze openingsscène in de New Yorkse metro. Brandon (Michael Fassbender) die volledig non-verbaal het verleidingsspel met de vrouw tegenover hem speelt. De jager en zijn prooi, begeleid door de subtiele steeds weer terugkerende main theme. Het is cinema op zijn allerbest. En het is niet de enige betoverende scene uit Shame. Het perfect geschreven en gespeelde etentje tussen Brandon en zijn nieuwe vlam is memorabel en het moment waarop Brandon’s zus (Carey Mulligan) in een café een minutenlange, langzame versie van Frank Sinatra’s New York, New York ten gehore brengt, gaat door merg en been.

Toch zou ik Shame tekort doen door enkel deze hoogtepuntjes eruit te pikken. Want eigenlijk klopt alles aan Shame. Neem alleen al het acteerwerk. Het is ronduit verbijsterend hoe Michael Fassbender een eenzaam, fragiel en zwaar verslaafd persoon speelt, dat in het dagelijks leven echter uitblinkt in alles wat hij doet en uiterlijk overloopt van het zelfvertrouwen. Het is dit contrast tussen innerlijk en uiterlijk dat Shame een extra laag meegeeft.

Datzelfde geldt overigens ook voor die andere hoofdrolspeelster Carey Mulligan. Zij spat als Sissy van het scherm als de absolute tegenpool van haar broer. De manier waarop hun verwrongen relatie beide levens beheerst en zelfs verwoest, laat zien hoe goed regisseur Steve McQueen zijn vak beheerst. Feilloos weet hij op een geloofwaardige manier te switchen tussen oprechte liefde en haat tussen broer en zus. Gelukkig blijft McQueen verre van het geven van pasklare antwoorden. Verder dan Mulligan’s uitroep: ‘We aren’t bad people, we just come from a bad place’, komt de film niet om het gedrag van Sissy en Brandon te verklaren.

Een lijn die McQueen tot het einde toe doortrekt. Het open einde stelt jezelf in staat om te beoordelen of Brandon en Sissy vervallen in oude fouten of hebben leren omgaan met hun problemen. Maar eigenlijk is het antwoord op die vraag totaal niet van belang. Het is bij Shame de fascinerende weg er naartoe die er toe doet.

8.8/10

februari 3, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Recensie: Hugo (16 februari)

Geen regisseur die zo vaak en duidelijk laat merken hoeveel hij van het medium film houdt als Martin Scorsese. Zijn documentaires over het onderwerp zijn talrijk (A Personal Journey with Martin Scorsese through American Movies, My Voyage to Italy en A Letter to Elia) maar met Hugo gaat Scorsese nog een stapje verder. Een familiefilm in 3D over -en een ode aan- de Franse grondleggers van de film.

Het contrast kan nauwelijks groter. De allereerste filmbeelden van de gebroeders Lumière en de openingsscène uit Hugo. Een 3D-shot waarbij we letterlijk door het Parijs van de jaren dertig vliegen eindigend op een treinstation in de Franse hoofdstad. Een cinematografisch kunststukje dat laat zien hoe ver we gekomen zijn in de afgelopen 116 jaar. Met Hugo wil Scorsese er voor zorgen dat we niet vergeten hoe het allemaal begon. En hij denkt daarbij ook aan de kleintjes.

In Hugo namelijk geen naargeestig eiland waar de grootste gekken ter wereld rondlopen of een doorgedraaide taxichauffeur. Nee, Hugo is een bijna sprookjesachtige familiefilm. Een film over de 12 jarige -op het treinstation van Parijs wonende- weesjongen Hugo Cabret, die probeert zijn overleden vaders werk als klokkenmaker voort te zetten. Niet alleen door er dagelijks voor te zorgen dat alle klokken op het station netjes op tijd lopen maar ook door een geheim project te vervolmaken.

Een avontuur waarbij Hugo kan rekenen op enkele trouwe medestanders maar ook te maken krijgt met hardnekkige vijanden. Tot die laatste categorie behoort zeker Sacha Baron Cohen als de stationsagent wiens levenswerk het is om het station te zuiveren van weeskinderen. Met zichtbaar plezier zet hij zijn bijna karikaturale maar voortreffelijke rol neer. Sowieso barst het in Hugo van de gedenkwaardige bijrollen. Zo is er Ben Kingsley als de chagrijnige speelgoedwinkeleigenaar en good old Christopher Lee als de wijze baas van een boekenwinkel. Dat de hoofdrolspelertjes Asa Butterfield als Hugo en Chloe Moretz als zijn partner in crime daar enigszins bij achterblijven is jammer maar begrijpelijk.

Toch is in Hugo het te vertellen verhaal slechts een kapstop. Een kapstop voor Scorsese om in deel twee zijn liefde voor film en haar grondleggers te uiten. De regisseur begint een niet te stuiten lofzang op filmpionier en goochelaar Georges Méliès. Een fraai vormgegeven en boeiende ode die vooral de cinefielen onder ons enorm zal bekoren. Ondanks al deze pracht en praal heeft deze kentering echter ook minder prettige gevolgen. Ingezette verhaallijnen worden niet meer afgerond, het familiegevoel verdwijnt uit de film en Scorsese verliest hoofdpersoon Hugo steeds verder uit het oog. Een Dickensiaans avontuur over een kind dat de dood van zijn vader probeert te verwerken, transformeert langzamerhand in een –weliswaar weergaloos vormgegeven- geschiedenisles over de kindertijd van de cinema. Interessant en absoluut de moeite waard maar wel duidelijk minder meeslepend dan het eerste deel.

Het maakt van Hugo een betoverend mooie 3D-film film die alleen al vanwege de fantastische vormgeving, de imposante bijrollen en het prachtige verhaal een bioscoopbezoek waard is. Tegelijkertijd is Hugo ook een film die je toch enigszins ontevreden achterlaat. Een film die zich teveel op de nostalgische filmliefhebber richt waardoor je het gevoel bekruipt dat er meer had ingezeten. Hugo is dan ook niet het zoveelste Scorsese meesterwerk geworden daarvoor lijdt de film teveel onder de grootse filmliefde van Scorsese zelf.

7.8/10

februari 3, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Recensie: The Descendants (2 februari)

Het zit George Clooney nog steeds hoog dat hij in 2004 de hoofdrol niet mocht spelen in Alexander Payne’s Sideways. Zeven jaar later komt de samenwerking tussen Payne en Clooney met The Descendants alsnog van de grond. Gevolg: een klein en intiem drama dat het beste in allebei naar boven haalt.

Hawaï: vakantie-eiland van de eeuwige zon, foeilelijke shirt en cocktails. Het lijkt niet de meest voor de hand liggende locatie voor een film over familieproblemen, afscheid nemen en de dood. Maar Matt King (George Clooney) zegt het mooi in de intro van The Descendants. De inwoners van Hawaï zijn echt niet immuun voor het leven, hun hoofdpijn is echt niet minder heftig en hun families zijn echt niet minder verknipt dan de families op andere plekken in de wereld.

Zo ook het gezin King dat wordt getroffen door het noodlot als moeder Elizabeth door een bootongeluk in een dodelijke coma belandt en vader Matt de opvoeding over zijn twee dochters –de puber Alexandra en brutale Scottie- over moet nemen. Als Matt tot overmaat van ramp ook nog te horen kreeg dat zijn vrouw vreemd ging, begint de vermakelijke en ontroerende zoektocht naar haar minnaar.

Vooral knap daarbij is de balans die Payne weet te houden tussen humor en drama. Goedkoop sentiment wordt gemeden en daar waar je het ene moment lacht om de brutale Scottie, rebelse Alexandra of haar duffe vriend, staan even later de tranen in je ogen vanwege de diepe wond die het naderende afscheid achter dreigt te laten. Hulde daarbij voor het acteerwerk. Clooney is prima op dreef maar vooral dochter Alexandra –een rol van Shailene Woodley- maakt grote indruk. Meer nog dan Clooney weet zij op prachtige wijze verdriet, woede en de drang om door te gaan met haar leven in haar personage te verenigen. Een prestatie die absoluut een Oscarnominatie had verdiend.

The Descendants is een film die het hart op de juiste plaats heeft. Verfrissend daarbij is dat Payne niet met pasklare antwoorden komt maar personages creëert die het zelf ook niet altijd weten. Dat maakt het extra jammer dat The Descendants er uiteindelijk voor kiest om alle scherpe randjes richting einde alsnog af te vlakken. Het doet de film tekort en zorgt ervoor dat The Descendants niet de ontknoping krijgt die het verdient. Al moet gezegd dat de allerlaatste scene dan weer van een ongekende schoonheid is.

8.3/10

februari 2, 2012 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Filmmad’s Oscarmaanden: De films die je niet mag missen in januari en februari!

Na al dat terugblikken wordt het wel weer eens tijd om in de toekomst te kijken. 2012 is zojuist begonnen en dus wacht ons hopelijk weer een mooi filmjaar. Een filmjaar dat traditioneel aftrapt met de Oscars. 26 februari is het zover maar de Nederlandse bioscopen beginnen traditioneel vanaf begin januari met het programmeren van de grootste kanshebbers. Omdat deze maanden jaarlijks ontzettend veel moois brengen dit keer geen top 5 van films die je niet mag missen, maar liefst tien titels.

J. Edgar: 5 januari

Film die op papier alles in zich heeft om de grote winnaar te worden in februari. Een beroemde Amerikaan als onderwerp. Leonardo DiCaprio in de hoofdrol en Clint Eastwood als regisseur. Toch lijkt de film slechts een rol in de marge te gaan spelen in de Oscarrace. De recensies zijn wisselend en enkel DiCaprio lijkt een echte kanshebber voor een Oscar.

Tyrannosaur: 5 januari

Het debuut van Paddy Considine werd erg positief ontvangen en Peter Mullan kan mij altijd bekoren. Bovendien ziet de trailer er bijzonder interessant uit. Baal er nog steeds van dat Tyrannosaur op het Filmfestival in Rotterdam begin vorig jaar niet in mijn schema paste maar nu ga ik hem zeker wel meepikken.

Doodslag: 12 januari

Film die ik al lang in het vizier heb. Het actuele thema van een ambulancebroeder die het zwaar heeft tijdens zijn werk klinkt boeiend genoeg voor een film en Theo Maassen in die rol kon wel eens een schot in de roos blijken. Dat één van Neerlands beste acteurs Gijs Scholten van Aschat ook nog meespeelt in deze film helpt ook wel.

The Girl with the Dragon Tattoo: 19 januari

Lisbeth Salander blijft een van de beste boekenpersonages die ik ken. Ik hoop dan ook van harte dat David Fincher er in slaagt om haar net zo mysterieus, wereldvreemd en sterk  op het witte doek weet te toveren. Het moet in ieder geval nog een stuk beter kunnen dan de Scandinavisch versie.

War Horse: 2 februari

Oorlogspaard was één van mijn favoriete boeken als tiener. Het indrukwekkende oorlogsrelaas gezien door de ogen van een paard maakte destijds indruk. Het lijkt me ook een verhaal dat prima verfilmbaar al ligt vals sentiment nadrukkelijk op de loer. Zeker met een regisseur als Steven Spielberg aan het roer.

The Descendants: 2 februari

Daar is ie dan. Jaarlijks heb ik wel een film die volledig aan mijn aandacht ontsnapt totdat de betreffende film ineens een grote kanshebber voor de Oscar blijkt. The Descendants is die film. Ik had er tot een paar weken geleden nog nooit van gehoord maar inmiddels lijkt de film, met Clooney in de hoofdrol, samen met The Artist de grote favoriet voor de belangrijkste Oscar. Die van beste film.

Le Havre: 2 februari

Een kanshebber voor de Oscar van beste buitenlandse film deze Finse film over een arme schoenmaker die een vluchteling onder zijn hoede neemt en hem probeert te beschermen tegen de politie en uitzetting. Ik reken op een pareltje.

Extremely Loud and Incredibly Close: 9 februari

Ik heb mijn verwachtingen rondom deze film flink bijgesteld. Mijn enthousiasme kende geen grenzen toen ik hoorde dat er een verfilming kwam van één van de mooiste boeken die ik ooit heb gelezen. Het casten van Tom Hanks en Sandra Bullock vond ik al minder, de extreem sentimentele trailer maakte het er al niet beter. Nu de Golden Globes Extremely Loud en Incredibly Close beloonde met exact nul nominaties maak ik me op voor een immense teleurstelling. Toch kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om Extremely Loud and Incredibly Close niet mee te nemen in deze lijst.  

Hugo: 9 februari

De nieuwe Martin Scorsese. Het blijft iets om naar uit te kijken. Zeker als hij ook nog zo goed ontvangen wordt als Hugo. Een modern sprookje dat speelt in een Parijs treinstation in de jaren dertig van de vorige eeuw. Het is me nog steeds een raadsel waarom Hugo niet rond Kerstmis maar in februari wordt uitgebracht, maar aan de kwaliteit zal het niets afdoen. Ik verwacht hier veel van.

Shame: 9 februari

Steve McQueen overdonderde al met zijn debuut Hunger. Als de reacties uit Venetië niet gelogen blijken, is Shame zelfs nog beter. Een film over een dertigjarige seksverslaafde man die slecht één vrouw in zijn leven volkomen vertrouwt en dat is zijn zus. Shame belooft een echte acteursfilm te worden goed acteren kun je wel overlaten aan Michael Fassbender en Carey Mulligan.

januari 1, 2012 Posted by | Persoonlijk | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Top 10 2011

Het leukste moment van het filmjaar. Het eindejaarslijstje. Na een fikse inhaalslag de laatste weken kan ik alleen maar concluderen dat 2011 een fantastisch filmjaar was. Dat zorgt ervoor dat het samenstellen van dit lijstje een hoog kill your darlings gehalte had. Zo heeft de grootste verrassing van 2011, Rise of the Planet of the Apes de top 10 niet gehaald. Ook andere films die de voorgaande jaren het eindejaarslijst moeiteloos gehaald zouden hebben, zoals Rundskop en The Ides of March, mogen uiteindelijk niet pronken met een plek in de lijst. En zelfs de beste Nederlandse film van het jaar Rabat, haalde de top 10 uiteindelijk niet. Welke films uiteindelijk wel tot de beste 10 van 2011 (alleen films die in 2001 in de bioscoop kwamen) behoren ziet u hieronder.

1. Drive

Daar is die dan. De beste film van 2011. En ondanks dat het top filmjaar was, heb ik niet lang hoeven twijfelen over deze nummer 1. Vanaf de openingsscéne waarin Ryan Gosling onder begeleiding van het nummer Nightcall door de straten van L.A. rijdt was ik verkocht. Drive is een modern meesterwerk dat alles in zich heeft om een ware klassieker te worden. Ryan Gosling speelt de beste rol in zijn nog prille carrieré en regisseur Nicolas Winding Refn maakt optimaal gebruik van licht, kleur, geluid, muziek, slow motions en het nachtelijke Los Angeles en zorgt op die manier voor een ongeëvenaarde sfeerschepping. Op Drive valt kortom helemaal niets aan te merken. Hier kun je alleen maar van genieten!

2. Black Swan

Toen ik de bioscoopzaal begin dit jaar verliet, had ik niet gedacht dat er nog een film in zou slagen om Black Swan van de eindejaarstroon te stoten. Want wat was ik onder de indruk van Black Swan. Natalie Portman verliest zichzelf helemaal in haar rol als ballerina en zet wat mij betreft de beste vrouwenrol ooit neer. Ook de regie is wonderschoon. Aranofsky slaagt er in werkelijkheid en realiteit feilloos door elkaar heen te laten lopen. Het laatste half uur waarin de uiteindelijke balletuitvoering en de meesterlijke muziek samenkomen zorgde bij mij dan ook voor minutenlang durende kippenvel en is wat mij betreft nog steeds het beste half uur film dat ik ooit gezien heb.

3. The Artist

De meest bijzondere film van 2011 was zonder twijfel The Artist. Want wie had aan het begin van het jaar kunnen vermoeden dat een Franse zwart/wit film in deze lijst zou staan? Oh ja, hij is ook nog stom ook. Maar ook anno 2011 blijkt de magie van de woordenloze film nog steeds aan te slaan. Critici liepen weg met de film en ik kan niet anders dan me daarbij aansluiten. De manier waarop Jean Dujardin een filmster neerzet die de overstap van de stomme film naar de geluidsfilm niet overleeft, is groots en het tegenspel van Bérénice Bejo is minstens zo indrukwekkend. Tel daarbij op de fantastische soundtrack en je hebt een weergaloze ode aan het oude Hollywood, die nog steeds door veel te weinig mensen is gezien.

4. Kokuhaku (Confessions)

Met afstand de minst bekende film uit deze eindejaarslijst, maar ook een film die absoluut niet mag ontbreken. Het uitgangspunt waarbij een lerares twee van haar leerlingen verdenkt van de moord op haar dochter, zorgt voor ijzingwekkende scénes in het klaslokaal waarbij niets is wat het lijkt. Toch is het vooral de visuele pracht en praal die na afloop bijblijft. Want wat ziet Confessions er adembenemend mooi uit. Het is doodzonde dat de film zich richting einde wat verliest in de vele plotwendingen, want anders had een notering in mijn top 10 aller tijden er zeker ingezeten. Nu moet Kokuhaku het doen met plek vier in de toplijst van 2011.

5. Warrior

Niet de meest vernieuwende film van 2011. En ook het verhaal over twee broers die elkaar treffen tijdens en vechtsport toernooi kennen we al. Toch is Warrior een blockbuster die de perfectie benadert. De actiescénes zien er geweldig uit, de film slaat niet door in sentiment en het acteerwerk is van absolute topklasse. Vooral Tom Hardy laat maar weer eens nadrukkelijk zien dat hij een acteur is om in de gaten te houden. 

6. A Separation

Meesterwerk dat dankzij het onovertroffen script laat zien hoe de kleinste leugens en misverstanden kunnen lijden tot een conflict van immense proporties. In A Separation is er geen goed en fout en regisseur Asghar Fahradi slaagt er daardoor in om voor een iedere beslissing en ieder personage begrip te kweken. Het maakt van A Separation een eerlijk drama dat extra inhoud krijgt dankzij het uitstekende acteerwerk van de hele cast.

7. Incendies

Film die bijna een jaar geleden op het Filmfestival in Rotterdam aankwam als een mokerslag en ook nu nog nadreunt. De zoektocht van de tweeling Jeanne en Simon door het verleden van hun overleden moeder, op zoek naar hun broer en vader waar ze het bestaan niet van kenden, is even indrukwekkend als pijnlijk. Regisseur Villeneuve slaagt er in om heden en verleden op prachtige wijze in elkaar over te laten vloeien en laat de kijker verbijsterd achter met de ontknoping.

8. Senna

Samen met Muhammed Ali: Through the Eyes of the World de beste sportdocu die ik ken. Het leven van Ayrton Senna is het vertellen dan ook meer dan waard. De medewerking van zijn grote rivaal Alain Prost geeft de docu nog net wat extra’s en de oude beelden van Senna in actie zijn prachtig om terug te zien. Dat het noodlottige ongeluk daar ook bijhoort is logisch en maakt van Senna een extra indrukwekkende ervaring.

9. The Tree of Life

Terence Malick is niet voor iedereen en dat geldt dus ook voor The Tree of Life. Kijkers die houden een duidelijk plot en niet houden van vorm boven inhoud, kunnen The Tree of Life dan ook beter overslaan. Voor alle andere is The Tree of Life een absolute must waarin fantastisch acteerwerk wordt afgewisseld met een overdonderende beeldenpracht en een ontroerend verhaal.

10. Queen: Days of our Lives

Twee documentaires hebben dit jaar de lijst gehaald. De eerste is deze docu over een van de beroemdste bands aller tijden Queen. De film geeft een fascinerend inkijkje in veertig jaar Queen. De verhalen achter de grote hits, het leven van frontman Freddie Mercury en natuurlijk de geweldige muziek alles klopt aan de documentaire.

december 23, 2011 Posted by | Persoonlijk | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie

Recensie: The Artist

Hij stond al in mijn lijstje van niet te missen films maar toen afgelopen donderdag ook nog eens de kranten een ware sterrenregen (nog nooit heb ik een film zo goed besproken zien worden) over The Artist uitstortte, kon ik niet anders dan zo snel mogelijk naar de bioscoop rennen. En wat is alle lof terecht. The Artist is zonder twijfel en met overmacht de beste romantische komedie van het jaar.

Om maar meteen een bekentenis te doen. Ik ben geen groot fan van de stomme film. Buster Keaton kan ik enorm waarderen en een enkele Chaplin is magisch, maar dan hebben we het qua indrukwekkende stomme films wel gehad. Gelukkig is er The Artist. Want wat is deze ode aan de stomme film een pareltje. Lef kan regisseur Michel Hazanavicius niet 0ntzegd worden. Want in deze tijd van 3-D geweld een stomme film uitbrengen die zich afspeelt in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, lijkt op het eerste oog een zelfmoordmissie die wel moet slagen.

Toch weet Hazanavicius vanaf de eerste seconde het gebrek aan woorden om te zetten in een voordeel. Grote rol is daarbij weggelegd voor hoofdrolspeler Jean Dujardin (George Valentin). Hij weet met zijn charisma en innemende glimlach het publiek meteen voor zich te winnen en kreeg op het Filmfestival van Cannes dan ook volkomen terecht de prijs voor beste acteur. Maar ook zijn tegenspeelster Bérénice Bejo (Peppy Miller) spat van het scherm als de nieuwe ster aan het filmfirmament. Vooral de scenes waarin de twee samen te zien zijn stuk voor stuk pareltje. Zoals de eindeloos herhaalde opnames van hun eerste scene samen, waarin de liefde zichtbaar opbloeit.

Dat alles was echter zonder al te veel waarde geweest als niet ook de soundtrack overdonderde. Gelukkig hebben de makers begrepen hoe belangrijk muziek is bij een stomme film. Het repeterende deuntje uit de film blijft ook de uren en dagen na de film in je hoofd rondspoken en ook de andere muziekstukken missen hun uitwerking niet. Hazanavicius weet bovendien ook filmisch indruk te maken. De scene in spiegelbeeld is een pareltje dat je meerdere keren op het verkeerde been zet en het moment waarop hoofdrolspeelster Peppy Miller zichzelf streelt met de jas van haar grote voorbeeld Valentin is onbeschrijfelijk mooi.

Het maakt van The Artist een heerlijke ongecompliceerde film die uitblinkt dankzij het acteerwerk, de uitstekende soundtrack en die nog één extra troef in handen heeft in de vorm van het onafscheidelijke hondje (Uggie) van hoofdrolspeler George Valentin. Gelukkig werd ook hij in Cannes beloond voor zijn hilarische en ontroerende rol met de Palm Dog Award. Korotm Oscars kunnen en mogen The Artist in februari niet ontgaan.

8.9/10

november 26, 2011 Posted by | recensie | , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Plaats een reactie